In het BS. van 24 juni 2013 verscheen een KB van 13 juni 2013 tot wijziging van het KB nr. 7. De aanpassing betreft de herwerkte wetgevende tekst inzake de vergunning van verlegging van hefffing bij invoer (E.T. 14.000). Inwerkingtreding: 4 juli 2013.
De Administratie publiceerde de aanschrijving AAFisc nr. 25/2013 van 27 juni 2013 betreffende de verlegging van de verschuldigde btw bij invoer naar de periodieke btw-aangifte. Door een wijziging van artikel 5, § 3 van het KB nr. 7 werd de verleggingsregeling aangepast met inwerkingtreding 4 juli 2013. De aanschrijving, die ook in werking treedt op 4 juli 2013, heeft tot doel de nieuwe verleggingsregeling van de ter zake van invoer verschuldigde btw toe te lichten en regelt tevens de toepassingsmodaliteiten van dat stelsel. Aan de huidige regeling worden twee belangrijke wijzigingen aangebracht. Enerzijds kan de vergunning voortaan ook worden verleend aan de globale aansprakelijke vertegenwoordiger (personen bedoeld in art. 55, § 3, tweede lid WBTW die vooraf zijn erkend om niet in België gevestigde btw-plichtigen te vertegenwoordigen – globaal btw-identificatienummer met beginkenmerk BE 0796.5). Anderzijds kan de vergunning om de verleggingsregeling toe te passen, voortaan worden verkregen zonder een bedrag aan btw te moeten vooruitbetalen. Zodoende is er geen voorfinanciering meer van de vooruitbetaling. Als gevolg daarvan verdwijnt ook de verplichting tot de jaarlijkse herziening van dat bedrag. De aanschrijving AAFisc nr. 30/2012 van 28 september 2012 regelt overigens de wijze waarop de invoerders teruggaaf kunnen vragen van de sommen die ze als voorfinanciering gestort hebben.