Het Europees Hof van Justitie oordeelde op 8 december 2022 in de zaak C‑247/21, Luxury Trust Automobil GmbH betreffende driehoeksverkeer. Het Hof oordeelde dat:
1) Artikel 42, onder a) van Richtlijn 2006/112/EG, in samenhang met artikel 197, lid 1, onder c) van Richtlijn 2006/112/EG, moet aldus moet worden uitgelegd dat de eindafnemer bij een driehoekstransactie niet geldig als de tot voldoening van de btw gehouden persoon is aangewezen wanneer de door de tussenhandelaar opgestelde factuur niet de in artikel 226, punt 11 bis van Richtlijn 2006/112 genoemde vermelding “Btw verlegd” bevat.
2) Artikel 226, punt 11 bis van Richtlijn 2006/112/EG moet aldus moet worden uitgelegd dat de weglating van de door deze bepaling vereiste vermelding “Btw verlegd” op een factuur niet achteraf kan worden gecorrigeerd door toevoeging van een vermelding die aangeeft dat de factuur betrekking heeft op een intracommunautaire driehoekstransactie en dat de btw-schuld wordt verlegd naar degene voor wie de levering is bestemd.