Thans kan de aanvraag inzake de toepassing van het recht op aftrek volgens het werkelijk gebruik door gemengde btw-plichtigen bij gewone brief gericht worden aan het voor de btw-plichtige bevoegd controlecentrum. Op basis van dit verzoek gaat de Administratie, in voorkomend geval, akkoord met het principe zelf van het werkelijk gebruik, alsook met de opgegeven redenen door de btw-plichtige om zijn verzoek te rechtvaardigen.
Met ingang van 1 januari 2023 zal een voorafgaande kennisgeving van de keuze voor de aftrek volgens het principe van het werkelijk gebruik langs elektronische weg moeten worden ingediend. Dezelfde procedure zal van toepassing zijn wanneer de btw-plichtige beslist om die aftrekregeling niet langer toe te passen, alsook in het geval dat deze btw-plichtige niet langer als een gemengde btw-plichtige zou worden beschouwd. Deze kennisgevingen zullen door de btw-plichtige rechtstreeks worden gedaan aan de hand van zijn aangifte van aanvang of wijziging van activiteit (e604A of B).
Deze eenvoudige voorafgaandelijke kennisgeving zal voldoende zijn voor de btw-plichtige om het principe van de aftrek volgens het werkelijk gebruik toe te passen vanaf de eerste aangifteperiode, zonder dat hij een toelating van de Administratie moet afwachten. Het is slechts ingeval de Administratie van mening is dat dit verzoek in strijd is met het neutraliteitsbeginsel van de btw (bij een onredelijk voordeel), dat de Administratie zo snel mogelijk een gemotiveerde weigeringsbeslissing zal nemen.
De gemengde btw-plichtigen die het principe van het werkelijk gebruik al toepassen zullen ertoe gehouden zijn, vóór 30 juni 2023, ook een elektronisch verzoek in te dienen voor de toepassing van deze aftrekregeling. Deze mededeling zal volledig rechtszekerheid verschaffen aan deze btw-plichtigen, van wie een aantal hun verzoek reeds enkele decennia geleden hebben ingediend, zonder dat die informatie nu nog noodzakelijkerwijze materieel in het bezit is van de Administratie (art. 6 van de Wet van 27 december 2021; zie ook Circulaire 2022/C/65 van 6 juli 2022).