Een uitgebreid aanbod aan btw-opleidingen

Delen

Regeling 2014 m.b.t. opeisbaarheid btw en voorschotfacturen

De Administratie zal binnenkort de beslissing omtrent de definitieve regeling inzake opeisbaarheid van btw en voorschotfacturering publiceren. In de definitieve regeling zal, om praktische moeilijkheden te vermijden en om de inspanningen inzake administratieve vereenvoudiging niet teniet te doen, in een tolerantie worden voorzien, waarbij de voorschotfactuur als een volledige factuur geldt en bijgevolg voorkomen wordt dat een tweede document moet worden uitgereikt. Deze beslissing zal de toepassingsmodaliteiten

ervan uiteenzetten. Wanneer men voor deze tolerantie opteert, zal de leverancier of

dienstverrichter gehouden zijn de btw te voldoen aan de Staat, wanneer deze opeisbaar wordt door het belastbaar feit of bij de betaling door de medecontractant. Het zal hem of haar vrijstaan de btw vrijwillig te vroeg te voldoen bij het uitreiken van de factuur. Bijgevolg is de leverancier of dienstverrichter enkel in geval de btw opeisbaar wordt door het belastbaar feit, verplicht de btw voor te financieren. Dit geval van voorfinanciering bestond overigens reeds ingevolge de oude regels inzake opeisbaarheid, die voor 2013 golden. De medecontractant van de handeling zal de btw pas in aftrek kunnen brengen, wanneer hij deze aan de leverancier of de dienstverrichter heeft betaald, of wanneer het belastbaar feit zich heeft voorgedaan, of in het geval van verlegging van de heffing, wanneer hij deze opneemt in zijn periodieke btw-aangifte. Er is dan geen sprake van voorfinanciering.

 

Wat de beslissing van 19 december 2012 betreft, benadrukt de minister van Financiën dat zij

alleen in 2013 bij wijze van overgangsregeling van toepassing is. In de beoogde situatie kiest de leverancier of dienstverrichter er vrijwillig voor om op de voorschotfactuur btw aan te rekenen, hoewel de btw pas opeisbaar wordt bij het belastbaar feit of bij de betaling door de medecontractant. Wanneer hij gebruik maakt van deze tolerantie, is hij gehouden deze btw bij het uitreiken van de voorschotfactuur aan de Staat te voldoen, vermits wordt toegestaan dat de medecontractant deze btw ook onmiddellijk in aftrek brengt. Het belastbaar feit of de betaling aan de leverancier of dienstverrichter moet niet worden afgewacht. Enkel wanneer de leverancier of dienstverrichter nalaat deze btw onmiddellijk aan de Staat te voldoen, zal de Administratie deze op grond van artikel 51, § 2, 1° van het WBTW eisen (Kamer, Mondelinge vraag, Commissie voor de Financiën en de Begroting, 24 april 2013, Integraal Verslag, COM 728, 14).